Gepubliceerd op 06-12-2018

ZEENAALD

betekenis & definitie

ZEENAALD, v. (-en), eene familie der troskieuwige visschen, ook aan onze kusten voorkomende : de groote zeenaald (syngnathus acus) wordt 40

—45 cM. lang ; de kleine zeenaald (S. rostellatus) slechts 10
—15 cM.;
...NAT, o. zeewater;
...NATIE, v. (...tien), zeevarende natie;
...NEST, o. (-en), nest van een geslacht van zeedieren, waartoe ook de zeelongen en de zeevijgen behooren ;
...NETEL, v. (-s), (nat. hist.) (cnidara) eene soort van straaldieren met netelorganen; hiertoe behooren de gewone roode zeeanemonen, aan onze kusten voorkomende ;
...NEVEL, m. mist op zee, zeevlam ;
...NIMF, v. (-en), (fab.) nereïde ;
...OESTER, v. (-s), (nat. hist.) oester die niet gespeend of gezaaid is;
...OEVER, m. (-s), kust der zee;
...OFFICIER, in. (-en), officier bij ’s lands vloot;
...OLIFANT, m. (-en), soort van robben met een slurf (cystophora proboscidea); het mannetje kan 100 centenaars zwaar en 7 à 8 M. lang worden ;
...OOR, o. (-en), eene oorvormige éénschalige schelp (haliotis);
...OORLOG, m. (-en), oorlog die ter zee gevoerd wordt;
...OTTER, m. (-s), groote zeeotter (enhydris lutris) eene soort van otter die meer dan 1 M. lang wordt en aan de noordelijke kusten van Azië en de noordwestelijke van Amerika voorkomt, waar hij om den kostbaren pels in menigte gevangen wordt;
...OVERSTE, m. (-n), bevelhebber van een of meer oorlogsschepen.

< >