ZAKALMANAK, m. (-ken), kleine almanak dien men in den zak kan dragen;
...APOTHEEK, v. (...theken), kleine voorraad geneesmiddelen die men in den zak draagt om bij voorkomende gelegenheden dadelijk bij de hand te hebben;
...ATLAS, m. (-sen), zeer kleine atlas;
...BAND, m. (-en), touw of koord waarmede een zak vastzit of dichtgehaald wordt;
...BIJBELTJE, o. (-s), bijbel in klein formaat (geschikt om in den zak te worden gedragen);
...BOEKJE, o. (-s), aanteekenboekje;
...BORSTELTJE, o. (-s), kleine borstel die in den zak wordt gedragen;
...BREUK, v. (-en), (heelk.) balzakbreuk;
...DOEK, m. (-en), neusdoek, doek om den neus er in te snuiten;
...DRAGER, m. (-s), (nat. hist.) eene familie van insecten, tot de groep der spinners behoorende, waarvan de rupsen zakjes, van zandkorreltjes of stukjes plantendeelen vervaardigd, mededragen en zich daarin verpoppen (psyschina).