WIPPERTJE, o. (-s), kleine wip;
— (aan een klavier) hefboompje dat, door den toets aan de eene zijde neergedrukt, aan de andere zijde omhooggaat en het hamertje in beweging brengt, dat de snaar doet trillen;
— (gemeenz.) glaasje (inz. met sterken drank gevuld): een wippertje nemen, pakken.