VOSSESTAART - m. (-en), staart van een vos ;
— (spr.) iem. met een vossestaart geeselen, zacht kastijden;
— (plantk.) een plantengeslacht (alopecurus) tot de familie der grassen en wel tot die der staartgrassen behoorende, waarvan 5 soorten in Nederland in ’t wild voorkomen : rosse vossestaart ; botkruid; duist; geknikte vossestaart en boldragende vossestaart.