VORMLEER - v. de leer van den vorm of de gedaante der dingen, en van de onderscheidene afmetingen en betrekkingen, waarnaar de vorm en de grenzen hunner uitgebreidheid aangeduid en beoordeeld worden; (paed.) aanschouwelijke meetkunde ;
— (taalk.) onderdeel der taalkunde dat zich bezig houdt met den vorm der woorden voorzoover deze beheerscht worden door buiging en afleiding;
— (muz.) oefening waardoor de technische vaardigheid wordt verkregen, het gevoelsleven schoon te verklanken.