Gepubliceerd op 01-11-2018

Onderdeel

betekenis & definitie

o. (-en), het benedenste gedeelte van iets; het voorhoofd, breed gewelfd, stak uit boven het onderdeel van het aangezicht; een der kleinere deelen, waarin een deel van een geheel gesplitst is, gedeelte van een hoofddeel: zelfs voor de onderdeelen van sommige spelen, vooral van ’t knikkeren, bestaan allerlei namen; een onderdeel der wetenschap; (van maten en gewichten) het evenmatig deel: de dM., cM. en mM. zijn onderdeelen van den Meter;

— de onderdeelen eener machine, kleinere deelen ervan;
— een deel, dat aan de hoofdzaak ondergeschikt is en eene mindere plaats bekleedt ; de onderdeelen dier schilderij zijn hier en daar verwaarloosd, maar de hoofdfiguren zijn goed; de gansche redevoering met alle hare deelen en onderdeelen.