VIJGEBOOM - m. (-en), de vijgeboomen vormen in de tropische gewesten een plantengeslacht (ficus) dat tot de familie der moerbezieachtigen behoort; zij dragen de bloemen in een bloemkoek omsloten, die vleezig wordt en het eetbare gedeelte oplevert; de eigenlijke of gewone vijgeboom. (F. carica) zekere boom, welke oorspronkelijk in het Oosten thuis behoort, maar nu ook in Z. Europa wordt aangetroffen en ons de welbekende vijgen verschaft;
— de ficus elastica levert caoutchouc; de Indische vijgeboom is de waringin;
— (fig.) onder den vijgeboom rusten, in rust en welstand leven. VIJGEBOOMGAARD, m. (-en).