VERZITTEN - (verzat, heeft verzeten), zittende doorbrengen : ik heb mijn heelen morgen verzeten,
— voor eene zitplaats betalen : men verzit er drie gulden,
— zittende benadeelen : zijne gezondheid verzitten;
— zich verzitten, te veel zitten, zoodat de gezondheid er nadeel bij lijdt;
— allen moesten gaan verzitten, van plaatsen veranderen.