VERSCHOT - o. (-ten), eene hoeveelheid voorwerpen, waaruit men kiezen kan : een ruim verschot van iets hebben;
— voorschot, wat men (voor een ander) uitgeeft of voorschiet, inz. (kleerm.) hetgene men boven zijn werk voor andere benoodigdheden voorschiet : ƒ 5 maakloon en f 1 verschot.