Gepubliceerd op 06-12-2018

UITWAKEN

betekenis & definitie

UITWAKEN - (waakte uit, heeft en is uitgewaakt), ten einde waken: ik zal den nacht uitwaken;

niet meer kunnen waken : hij is uitgewaakt, hij is afgemat van het waken;
— wakende doorbrengen (b. v. den nacht);
— buitenshuis waken (beter: uit waken gaan).

< >