UITMIDDELPUNTIG - bn. (van in of bij elkander liggende cirkels, cirkelbogen, sferen) geen gemeenschappelijk middelpunt hebbende: uitmiddelpuntige schijf, schijf die in de stoommachines op de as van ’t vliegwiel of op de as van de locomotief ligt en de stoomzuigerstang heen en weder voert;
— een uitmiddelpuntig mensch, zonderling. UITMIDDELPUNTIGHEID, v. verwijdering of afwijking van het middelpunt, inz. de afstand des brandpunts van ’t middelpunt bij kromme lijnen;
— (fig.) zonderlingheid.