Trommelholte - v. (-n), (ontl.) holte in het oor achter het trommelvlies ;
...KLANK: m. geluid der trommel;
...KOEK, m. (-en), (v. gmv. als stofn.);
...RAND, m. (-en), rand aan eene trommel; ondergedeelte der galerij ;
...SCHROEF v. (...ven), schroef om het trommelvel te spannen;
...SLAG, m. (-en), slag op de trommel; het slaan op de trommel: bij trommelslag bekendmaken;
...SLAGER, m. (-s), tamboer;
...SPEL, o.;
...STOEL, m. (-en), (wev.) een weefstoel voor getrokken werk waarbij de koorden door middel van eene enkele voetplank mechanisch versteld worden;
...STOK, m. (-ken), stok waarmede de tamboer de trom slaat;
...STOKBOOM, m. (-en), pijpcassia ;
...VEER, v. (-en), deel van eene trommel in een horloge ; .. .VEL, o. (-len), stuk leder of perkament waarmede de trommel bespannen is;
...VISCH m. (...sschen), eene soort van Amerikaanschen visch (pogonias chromis);
...VLIES, o. (...zen), (ontl.) vlies dat de uitwendige gehoorholte van de inwendige scheidt;
...ZEEF, v. (...zeven), zeef met hoogen rand ;
...ZUCHT, v. opzwelling van den buik door eene groote opeenhooping van gas: de trommelzucht der koeien.