Toedragen - (droeg toe, heeft toegedragen), ergens heen dragen, aan-, bijdragen; water, aarde toedragen;
— (fig.) iem. achting toedragen, achting voor hem gevoelen; iem. een goed hart toedragen, hem mogen lijden, van hem houden;
— gebeuren, voorvallen : hoe heeft die zaak zich toegedragen ?