Tochtgat - o. (-en), gat waardoor de tocht komt, trekgat: tochtgat voor een oven;
— open terrein waar het meestal hard waait.: die kade is een echt tochtgat;
— (fig.) slecht gebouwd, tochtig huis;
— open plek in het ijs door het tochten van den wind opengehouden: die vaart is niet te berijden, zij is vol tochtgaten.