Gepubliceerd op 02-12-2018

Tegenloopen

betekenis & definitie

Tegenloopen - (liep tegen, is tegengeloopen), tegemoet loopen: hij is mij tegengeloopen; ontmoeten;

— (zeew.) schralen, niet meer gunstig zijn : de wind loopt tegen, wordt voorlijk;
— (fig.) niet gelukken, slecht uitvallen: alles liep mij tegen.

< >