Gepubliceerd op 02-12-2018

Tal

betekenis & definitie

Tal - o. aantal, hoeveelheid; tal (of een tal) van voorbeelden, zeer vele voorbeelden; zonder tal, niet te tellen;

— eene bepaalde hoeveelheid of gewicht: een tal haringen, 200 stuks (in eene mand); een tal eieren, 104 stuks (eigenlijk 100 + 4 voor mogelijke beschadiging); (wev.) een tal draden, 100 tot 120 bijeen;
— op het tal staan, op het drietal, enz. op de voordracht staan.