Het begrip stuiken heeft 2 verschillende betekenissen:
1. stuiken - stuiken - (stuikte, heeft gestuikt), sap uit druiven persen door ze in eene mand heen en weer te schudden;
— aan een hoop zetten om te drogen : vlas, koren stuiken;
— hout stuiken, opstuiken;
— verstuiken;
— (smed.) ijzer in de richting zijner lengte op zichzelf ineendringen, ten einde het in overeenstemming in dikte te doen toenemen : een geweerloop, een stuk ijzer stuiken; planken, balken stuiken, met de uiteinden vast aaneen doen sluiten. STUIKING, v. (-en).
2. stuiken - stuiken - (stuikte, heeft gestuikt), (gew.)
duwen: hij stuikte mij achterover;
— zeker jongensspel, met knikkers of knoopen te spelen; bij dit spel laten de spelers de stuiters, knikkers of knoopen in een kuiltje vallen; die er in vallen zijn voor den eersten speler.