Het begrip persen heeft 2 verschillende betekenissen:
1. persen - Persen (perste, heeft geperst), in eene pers of met een persijzer sterk samendrukken: hooi persen; sigaren persen;
— de naden van eene japon persen, met een persijzer ze goed plat maken;
— zoo samendrukken dat er eene zekere gedaante aan iets gegeven wordt: ijzer tot plaatijzer persen; metalen voorwerpen persen; versieringen op den band van een boek persen;
— zoo samendrukken dat er eene zekere glans op het goed komt; katoenen stoffen, laken persen;
— sterk drukken om iets van de vochtigheid te ontdoen : papier tusschen vilt persen; planten voor een herbarium persen;
— sterk drukken om het sap van iets te winnen : aalbessen, citroenen, druiven persen; zaden persen, om olie er uit te winnen; olie, wijn persen;
— (fig.) dwingen, noodzaken, pressen : iem. tot iets persen; dat gezicht perste hem tranen in de oogen, trof hem zoo, dat hem de tranen in de oogen kwamen. PERSING, v. (-en), drukking; drukking van vloeistoffen; het gas brandt niet hélder: de persing is zeker niet voldoende.
2. persen - persen - 2. Persen o. het persen, drukken.
