Gepubliceerd op 02-12-2018

Strekken

betekenis & definitie

Strekken - (strekte, heeft gestrekt), rekken,, spannen; (gew.) stijf zitten (van kleedingstukken);.

zich in het gras strekken, languit gaan liggen ;
— zijn ledematen strekken, zich uitrekken ;
— (fig.) dienen, goed zijn voor : tot voorbeeld strekken;
— dat strekt hem tot schande, tot eer, dat is voor hem eene schande, eene eer;
— dienen: deze brief strekte alleen om...;
— zoolang de voorraad strekt, zoolang er voorraad is ;
— het geld strekt bij hem niet ver, hij geeft het spoedig uit, is het weer gauw kwijt;
— uitstrekken: zoo ver strekt zijne macht niet;
— (gew.) voordeelig zijn in het gebruik : die boter strekt niet.

< >