Gepubliceerd op 02-12-2018

Straattaal

betekenis & definitie

Straattaal - v. ruwe, onbehoorlijke taal, zooals men die van het straatvolk hoort;

...TOONEEL, o. (-en), een of ander voorval op straat, dat toeschouwers lokt;
...TYPE, o. (-n), persoon dien we als type, vaak op straat zien: hij is een bekend straattype;
...VAARDER, m. (-s), schip (of gezagvoerder), dat (of die) naar de straat Davis (ter walvischvangst) vaart;
...VEGER, m. (-s), persoon, machine die de straten schoon veegt;
...VEEGSTER, v. (-s);
...VERLICHTING, v. (-en);
...VOLK, o. volk dat langs de straat slentert inz. dat daar overlast veroorzaakt;
...VUIL, o.;
...WEG, m. (-en), groote geplaveide weg;
...WERK, o. (-en), het maken van straten;
...WERKER, m. (-s), straatmaker;
...ZANGER, m. (-s),
...ZANGSTER, v. (-s), iem. die langs de straten zingt om aan den kost te komen.