Gepubliceerd op 06-12-2018

SNUF

betekenis & definitie

SNUF - v. het snuffen, reuk; (inz.) slechte geur : (fig.) vermoeden, lucht: hij heeft er de snuf van, hij vermoedt het al;

—(gemeenz.)mode, trant:naar de snuf gekleed,
— (gemeenz.) snuiftabak;
— dat paard is snuf, heeft eene witte bovenlip. SNUFJE, o. (-s), dat vleesch, die soep heeft een snufje weg, is een weinig bedorven;
— goedkoope waar : zij loopt de snufjes na.

< >