SNOEPIG - bn. (-er, -st), snoepachtig;
— minziek : dat meisje ziet er snoepig uit, ook in goeden zin : bekoorlijk, lieftallig;
— (gemeenz.) een snoepig huisje, tuintje, kindje, aardig, gezellig, lief. SNOEPIGHEID, v.
Gepubliceerd op 06-12-2018
betekenis & definitie
SNOEPIG - bn. (-er, -st), snoepachtig;
— minziek : dat meisje ziet er snoepig uit, ook in goeden zin : bekoorlijk, lieftallig;
— (gemeenz.) een snoepig huisje, tuintje, kindje, aardig, gezellig, lief. SNOEPIGHEID, v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: