slank
slank - Bijvoeglijk naamwoord 1. vrij van overtollig vet
Muiswerk Educatief (2017)
slank - bijvoeglijk naamwoord 1. tamelijk dun, maar niet mager ♢ de moeder van Ilse is slank 1. zo slank als een den [heel slank] Bijvoeglijk naamwoord: slank ... is sla...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), lang, recht en enigszins smal, doch zo dat de proporties der afmetingen een harmonische indruk maken: slank van lijf en leden; zijn slanke gestalte komt in die kleding goed uit; dat meisje is nogal slank, is betrekkelijk dun van lichaam; herten zijn slanke dieren, dun van lijf en los in de bewegingen;...
M. J. Koenen's (1937)
van de stam van slinken, 1. bn. (smal, recht en enigszins lang maar toch evenredig en krachtig): slank van leest; het slanke meisje, slanke vingers; een slanke toren, slanke populieren; ook: een slanke vaas; 2. bw.: slank oprijzende torens.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) [slinken] smal en elegant, lang : een jongmens; welgevormd van lijf en leden; zijn -e gestalte komt in die kleding goed uit; een -e gestalte; -e herten, populieren, torens ; een opgeschoten meisje. Syn. → dun.
J.Pluim (1911)
van slinken = inkrimpen, dunner worden; bijv. de voorraad slinkt, de opgezette wonde slinkt; vandaar is slank: dun, buigzaam, lenig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: