Gepubliceerd op 06-12-2018

SCHULDIG

betekenis & definitie

SCHULDIG - bn. (-er, -st), verschuldigd: iem. de schuldige eer bewijzen, weigeren;

verplicht, gehouden: iem. achting, gehoorzaamheid schuldig zijn;
— in iemands schuld zijn : hij is hem geld schuldig; hoeveel ben ik u schuldig ? ;
— hij bleef hem het antwoord schuldig, hij kon hem geen antwoord geven;
misdadig, strafbaar; hij is schuldig, hij heeft de misdaad begaan; de rechter heeft hem schuldig verklaard; het schuldig over iem. uitspreken;
— des doods schuldig, den dood verdiend hebbende. SCHULDIGLIJK, bw. (w. g.) met schuld.

< >