Wat is de betekenis van misdadig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

misdadig

misdadig - Bijvoeglijk naamwoord 1. van of als van een misdaad of misdadiger Die jongens hebben gisteren een misdadige streek uitgehaald. misdadig - Bijwoord 1. in te hoge mate Wat een misdadig duur huis is dit!

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

misdadig

misdadig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mis-da-dig 1. wat met een misdaad te maken heeft ♢hij heeft een misdadige aanleg Bijvoeglijk naamwoord: mis-da-dig ... is misdadiger dan ... h...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

misdadig

strafwaardig.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Misdadig

adj., misdiedich, -dedich.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Misdadig

bn. bw. (-er, -st), 1. aan misdaad schuldig, een misdaad bedreven hebbende; 2. een misdaad zijnde of de aard daarvan hebbende : liefde is toch niet misdadig; met een misdadig doel; dat is iets misdadigs; misdadige onachtzaamheid.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

misdadig

I. bn.; 1. aan misdaad schuldig: ben ik misdadig ?; 2. een misdaad zijnde, of de aard daarvan hebbende: het is iets misdadigs; met een misdadig doel; II. bw.; op een wijze, waarop men een misdaad begaat: misdadig handelen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

misdadig

(miz'da:dəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. aan misdaad schuldig : een volk. 2. een misdaad zijnde : -e handelingen; een doel; te werk gaan.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)