Gepubliceerd op 29-11-2018

Schep

betekenis & definitie

Schep - m. (-pen), zooveel in eenmaal kan opgeschept worden : een schep kolen op het vuur doen; een schep suiker;

— (overdr.) veel, zeer veel: dat kost een schep geld,
— eene groote menigte : een schep volk. SCHEPJE, o. (-s), kleine schep : een schepje thee, mag ik nog een schepje?;
— klein plat lepeltje dat van voren nogal breed is: een zilveren theeschepje.

< >