Gepubliceerd op 29-11-2018

Scheepsaandeel

betekenis & definitie

Scheepsaandeel - o. (-en), aandeel in een schip;

...AANGELEGENHEDEN, v. mv. alles wat op een schip betrekking heeft;
...AFFUIT, v. o. (-en), rolpaard;
...BAROMETER, m. (-s), barometer die op een varend schip gebruikt kan worden;
...BED, o. (-den), hangmat, kooi;
...BEHOEFTEN, v. mv. victualiën;
...BERICHT, o. (-en), scheepsjournaal;
...BESCHIETER, m. (-s), timmerman die in ijzeren schepen het houtwerk maakt;
...BESCHUIT, v. (-en), eene soort van harde beschuit;
...BAKKER, m. (-s);
...BESTUUR, o. besturing, (ook) bestuurders van een schip;
...BEVELHEBBER, m. (-s);
...BEVRACHTER, m. (-s), cargadoor;
...BEWIJS, o. (...zen), bewijs van eigendom van een vaartuig; (ook) chartepartij;
...BEZEM, m. (-s), (zeew.) zwabber;
...BIJL, v. (-en), groote enterbijl;
...BLOK, o. (-ken), hijschblok;
...BOORD, o. (-en), boord van een schip;
...BOORDER, m. (-s), die de boorden maakt;
...BOTTELIER, m. (-s), (zeew.) opzichter van den wijn en de dranken aan boord;
...BOUW, m. het bouwen van een schip, van schepen;
...BOUWER, m. (-s);
...BOUWKUNDE, v.;
...BOUWKUNDIG, bn. kennis hebbende van het bouwen van schepen : scheepsbouwkundig ingenieur;
...BOUWMEESTER, m. (-s);
...BUIK, m. (-en), grootste binnenruimte van een schip.

< >