Gepubliceerd op 29-11-2018

Samenhang

betekenis & definitie

Samenhang - m. onderling verband: de beteekenis van een woord uit den samenhang opmaken; de samenhang der rede, der begrippen;

hij vertelde het zonder samenhang, ongeregeld, sprong van den hak op den tak;
— dat opstel is zonder samenhang, de denkbeelden volgen elkander niet logisch op;
— (nat.) samenklevende kracht, cohaesie: de samenhang is bij de metalen zeer groot;
— (fig.) de samenhang eener partij, het elkander steunen, op elkander rekenen;
— daarmee heeft hij heel geen samenhang, staat hij in geenerlei betrekking.