Het begrip rot heeft 4 verschillende betekenissen:
1. rot - rot - v. (-ten), zie RAT.
2. rot - rot - o. (-ten), hoop vereenigde menschen; een rot dieven, straatroovers; een goddeloos rot;
— manschappen onder een korporaal; de twee manschappen die in de normaalstelling achter elkander staan en bij ’t marcheeren naast elkander gaan ; dubbel rot, vier man : met dubbele rotten marcheeren ;
— blind rot, onvoltallig rot;
— bij rotten vuren ;
— eenige geweren tegen elkander gezet: de geweren aan rotten zetten, uit de rotten nemen ;
— aanhang, partij, kliek; gebroed, slechte lieden;
— (gew.) wijk, buurt.
3. rot - rot - bn. (-ter, -st), tot bederf overgegaan, bedorven, verrot;
— (spr.) hij is niet rot, hij is op alles gevat, weet zich uit alles te redden ;
— (fig.) het zijn geen rotte appelen, het is goede waar ;
— die rotte toestanden in de maatschappij, waaraan zeer veel te verbeteren valt. ROTHEID, v. bederf, verrotte toestand.
4. rot - rot - o. het verrotte gedeelte : het rot uitsnijden.