Rinkinken - (rinkinkte, heeft gerinkinkt). een helderen, trillenden toon laten hooren : de glazen, de ruiten rinkinken ; inz. met een helderen, trillenden toon breken : de ruit is gebroken, ik hoorde het glas rinkinken;
— (zeet.) (van schepen) bij storm tegen elkander bonzen ;
— (Z. A.) leven, lawaai maken.