Gepubliceerd op 22-11-2018

Redderen

betekenis & definitie

Redderen - (redderde, heeft geredderd), rangschikken, in orde brengen: hij zal dat wel redderen;

— iemands schulden betalen; een boedel redderen, eene erfenis in orde brengen;
— (zeew.) de zeilen redderen, ze goed naar den wind zetten;
— bezig zijn met iets te rangschikken: die huismoeder reddert den ganschen dag, zij heeft nooit gedaan, is altijd bezig met te regelen, rangschikken, opruimen, enz.;
— die zaak zal zich wel redderen, zal wel in orde komen. REDDERING, v. het redderen: de reddering van eene nalatenschap.

< >