Wat is de betekenis van persen?

2025-07-10
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-10
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Persen

(perste, heeft geperst), (<Lat.), 1. met kracht drukken: hij perste zijn zoon aan zijn borst; 2. in een pers of met een persijzer sterk samendrukken: hooi, sigaren persen; — de naden van een japon persen, met een persijzer ze goed plat maken; 3. zo samendrukken dat er een zekere gedaante aan iets gegeven wordt: ij...

2025-07-10
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

persén

1) present(je), fooi; cadeau; diperséni, beloond; 2) procent; percentage.

2025-07-10
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

persen

(1994) (< Sur.) neuken, copuleren. • ... maar toen zij hem in de loop van hun affaire op een middag en op zijn verzoek had uitgelegd dat zijn stijve spierde, dat neuken persen, tjoppen, dieken of sporten heette en dat zijn lul een toli was die zij in haar poentje gestoken kreeg… (Joost Zwagerman: De buitenvrouw. 1994)

2025-07-10
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

persen

Algemene term voor apparaten of instrumenten die worden gebruikt voor het samenpersen, het vlakken van een voorwerp of substantie, waardoor een dichtere consistentie ontstaat door het uitoefenen van druk, al mechanisch of niet. (AAT-Ned)

2025-07-10
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

persen

persen - regelmatig werkwoord uitspraak: per-sen 1. er hard op duwen om het sap eruit te halen ♢ hij perste twee sinaasappels 2. onder een vochtige doek met een strijkijzer glad strijken ♢ zij p...

2025-07-10
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Persen

Persen - sjouwen; moeilijk lopen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-10
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

persen

zie: afpersen.