Paaschachten - o. Zondag na Paschen;
...ACHTER, o. (R.-K.) laatste Paaschdag;
...AVOND, m. (-en), avond voor Paschen;
...BEEST, o. (-en), vette koe of os, dien de slagers gewoonlijk in de Paaschweek slachten;
...BEREKENING, v. (-en), berekening op welken dag Paschen valt;
...BERG, m. (-en), hoogte waarop met Paschen vuren gebrand werden;
...BEST, o. mooiste Zondagsche kleeren; zijn paaschbest aantrekken; hij is op zijn paaschbest gekleed.