Orakel - o. (-en, -s), (oudh.) godspraak, raadselachtig antwoord der priesters in naam van de góden;
— plaats waar de orakels werden gegeven;
— (fig.) iem. die door zijne groote kennis voor menigeen tot vraagbaak dient, als orakel geldt; het Delftsch orakel. Hugo de Groot.