Gepubliceerd op 22-11-2018

Oordeelen

betekenis & definitie

Oordeelen (oordeelde, heeft geoordeeld), een oordeel, een vonnis wijzen: de burgerlijke rechter alleen moet hier oordeelen;

— door redeneeren tot eene gevolgtrekking komen: oordeel niet zoo lichtzinnig over zaken die gij niet goed kent;
— over iets oordeelen als een blinde over de kleuren, er een volslagen verkeerd oordeel over vellen;
— te oordeelen naar, afgaande op;
— vonnissen: wanneer een mensch tegen een mensch zondigt, zoo zullen de Goden hem oordeelen; oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt;
— beslissen, uitspraak doen tusschen: gij, mannen van Juda, oordeelt toch tusschen mij en tusschen mijnen wijngaard;
— keuren, achten: iets niet raadzaam oordeelen;
— een gevoelen, eene meening over iets of iem. hebben: ik oordeel, dat wij dadelijk den geheelen toeleg moeten openbaren.