bn. bw. (-der, -st), niet kunnende gezien worden : het Opperste Wezen is onzichtbaar; kunnen wij van de zichtbare tot de onzichtbare wereld besluiten ?;
— van wat op een bepaald oogenblik door een bepaald persoon niet kan worden gezien: de zon bleef den heden dag onzichtbaar, ONZICHTBAARHEID, v.