bn. bw. niet verstoord, niet door iets onaangenaams kunnende afgebroken worden: onverstoorbare rust; met onverstoorbare kalmte;
— bw. hij rookte onverstoorbaar door; een onverstoorbaar goed humeur. ONVERSTOORBAARHEID, v. .
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: