Gepubliceerd op 13-09-2018

Humeur

betekenis & definitie

HUMEUR, o. (-en), gemoedsgesteldheid, stemming, luim: hij heeft een goed humeur, is steeds opgewekt; een lastig humeur, dat dikwijls ontstemd is ; in zijn humeur zijn, goed geluimd zijn; alles werkt mee om me uit mijn humeur te brengen, om mij te ontstemmen. HUMEURTJE, o. (-s).

< >