(ontrolde, heeft en is ontrold), rollende ontvallen : traan op traan ontrolt ons oog;
— iets dat dichtgerold is openrollen, openspreiden : eene kaart ontrollen; met eer ontrolt zich onze vaan voor ‘t recht en ’t vaderland; (fig.) ontrol de bladeren der histone;
— ten toon spreiden : het veld ontrolt zijn groenend grastapeet;
— ontstellen, van zakkenrollers : in het gedrang was hem zijn portemonnaie ontrold.