bn. bw. niet te scheiden: onscheidbare vrienden;
— (spraakk.) van werkwoorden die samengesteld zijn met een bijwoord, dat in alle vormen met het grondwoord verbonden blijft: het bijwoord weder betekent in onscheidbare samenstellingen tegen;
— bw. zó dat er geen scheiding mogelijk is, onafscheidelijk: zij waren altoos onscheidbaar bijeen; onscheidbaar samengestelde werkwoorden.