Ongedierte o. schadelijk gedierte: slangen en dergelijk ongedierte vindt men in Indië overal;
— (jag.) alle roofdieren die aan den wildstand schade doen;
— insecten, inz. op het lichaam van menschen en dieren : die boom wordt door ‘t ongedierte geplaagd;
in dat logement hadden wij last van 't ongedierte; <fig.) gespuis : 't Land wordt gezuiverd van het ongediert' !