bn. niet betaald kunnende worden, niet te betalen; te groot om afgedaan of met geld betaald te kunnen worden: de WestIndische Maatschappij, met eene onbetaalbare schuld van zes millioen beladen; iem. onbetaalbare diensten bewijzen;
—, {-der, -st), niet op de juiste waarde te schatten, onschatbaar, kostelijk, prachtig, buitengewoon aardig of kluchtig : je ui was onbetaalbaar; buitengewoon kluchtig, boven beschrijving dwaas of potsierlijk: hij is in zijne pedanterie onbetaalbaar.