Gepubliceerd op 01-11-2018

Omzeilen

betekenis & definitie

Omzeilen (zeilde om, heeft en is omgezeild), om of langs iets heen zeilen: het schip heeft al vaak de Kaap omgezeild; is de vloot langs de kust omgezeild?,

— (spr.) een klip omzeilen, voor eene moeilijkheid uit den weg gaan en er om heen wijken, ze langs een omweg te boven komen;
— her- en derwaarts zeilen: terwijl het eskader in de Middellandsche Zee omzeilde;
— langs een omweg zeilen; om het ijs moest het schip een heel eind omzeilen;
— zeilende omverwerpen: wij hebben een paar palen omgezeild; overzeilen: die kof had ons bootje bijna omgezeild;
— (omzeilde, heeft omzeild), (dicht.) langs den omtrek van iets zeilen. OMZEILING, v. (-en), het ómzeilen; het omzéilen.