Omwaaien (waaide, woei om, is en heeft omgewaaid), door den wind in verschillende richting heen en weder gedreven worden: wat waait dat stof bij de kerk om;
— omverwaaien, door de werking van den wind omvallen: met den storm is de schoorsteen van nacht omgewaaid;
— verwensching: hij kan voor mijn part omwaaien;
— door de werking van den wind doen omvallen: de storm heeft eene menigte zware boomen omgewaaid;
— (dicht.) (omwaaide, omwoei, heeft omwaaid), waaiend omgeven: een geur van eeuwigheid die ons omwoei.