Gepubliceerd op 01-11-2018

Omspannen

betekenis & definitie

(spande om, heeft omgespannen), anders spannen en daardoor van plaats doen verwisselen, het span van het eene rijtuig losmaken en voor het andere spannen en omgekeerd : die paarden zijn verkeerd ingespannen, laat de knecht ze aanstonds omspannen; ’k zou de paarden liever omspannen, de schimmels voor den landauer en de bruintjes voor den tentwagen;

— (omspande, heeft omspannen), met ééne uitgestrekte hand of met beide handen omvatten, in eene enkele of dubbele span geheel omsluiten: zij heeft een middeltje, dat men wel kan omspannen;
— met uitgestrekte armen klemmend omvatten: dien ouden tronk kunnen drie menschen nog maar met moeite omspannen;
— omsluiten met een gespannen voorwerp : het bestuur heeft het afgebakend terrein md touwen laten omspannen;
— (dicht.) zich in eene gebogen lijn om iets uitstrekken : de dierenriem omspant het hemelgewelf;
— spannend omgeven: eene engsluitende keurs omspande haar schoongevormden boezem. OMSPANNING, v. het omspannen.

< >