(slofte om, heeft en is omgesloft), om iets heen sloffen, met langzamen tred en sleepvoetend om iets heen loopen : daar komt hij weer den hoek omsloffen;
— sloffend her- en derwaarts loopen : de oude vrouw sloft nog zoo’n beetje door het huis om;
— met iets omsloffen, er langzaam en slap mede voortgaan, zonder veel te vorderen.