Gepubliceerd op 01-11-2018

Omslingeren

betekenis & definitie

(slingerde om, heeft en is omgeslingerd), haastig en zonder zorg omslaan of omwerpen : terwijl de kamenier hare meesteres eene sjaal omslingerde;

— met een slingerenden zwaai doen omloopen;
— her- en derwaarts slingeren, in woeste vaart omdrijven: de stormen hebben de ranke kiel weken lang op den oceaan omgeslingerd;
— met kracht heen en weer slaan : de stier slingerde fel den staart om;
— omverwerpen : de boot werd door de woeste golven omgeslingerd;
— (met een slingerenden zwaai) omvallen : hij is met het rijtuig op den dijk omgeslingerd;
— zich om iets heen kronkelen : met een trotschen zwaai slingert de rivier de steile rotsen om;
— met waggelenden gang om iets heen slingeren : die dronken matrozen hebben den heelen middag de kaai omgeslingerd;
— zonder bepaald doel rondloopen : hoe lang hebben die dronken lui wel niet door de straten omgeslingerd ?;
— ordeloos hier en daar verstrooid liggen : ’k weet niet, hoe lang die boeken daar weer hebben omgeslingerd;

— (omslingerde, heeft omslingerd), slingerend omgeven : de slangen, die Laocoon en zijne zonen omslingeren; een bekoorlijk pad omslingert den heuvel; (fig.) gij zijt broeders, door één band omslingerd. OMSLINGERING, v. het omslingeren.

< >