omladen, (laadde om, heeft omgeladen), overladen, uit het eene voer- of vaartuig of van het eene lastdier goederen laden in of op een ander : dat stuk goed is op de verkeerde boot gekomen en moet gauw omgeladen worden;
— (ook van de beladen voer- of vaartuigen of van de lastdieren zelf): die wagens moeten omgeladen worden;
— anders laden omdat iets niet goed geladen is : ge moet dat goed omladen, anders kan het nooit op den wagen.