omkruien, (kruide, krooi om, heeft en is omgekruid, omgekrooien), met den kruiwagen om iets heen rijden;
— in verschillende richtingen met den kruiwagen rijden;
— met den kruiwagen om iets heen voeren;
— doen omvallen door er tegen aan te kruien;
— den molen omkruien, de kap naar den wind zetten.