omkorsten, (omkorstte, heeft omkorst), met eene korst omsluiten; als eene korst omgeven: de Mont-Blanc zit met ijs omkorst. OMKORSTING, v. het omkorsten;
— (mv. -en), het aanzetsel van de eene of andere stof, dat zich als eene harde korst om een lichaam vastzet: eene omkorsting wordt ook wel versteening genoemd.